Dobbelstenen

Blue four-side triangles pinwheeled across his vision.

—Terry Pratchett, The Light Fantastic

Dobbelstenen zijn er in veel meer soorten en maten dan je waarschijnlijk voor mogelijk hield toen je nog alleen maar van Mens, erger je niet gehoord had.

Voor rollenspellen worden dobbelstenen met vier, zes, acht, tien, twaalf, twintig, dertig, en honderd zijden verkocht, en daarnaast nog heel wat nòg meer exotische soorten. De reden hiervoor is dat dit het mogelijk maakt grotere bereiken aan getallen te genereren—met een normale dobbelsteen kun je van één tot zes gooien, maar met een twintigzijdige van één tot twintig!

De afkorting die de meeste spellen voor dobbelstenen gebruiken is de letter D (of d), gevolgd door het aantal zijden van de dobbelsteen: D8 verwijst dus naar een achtzijdige dobbelsteen, om maar wat te noemen. Staat er een getal voor de D, dan geeft dit aan hoeveel dobbelstenen je moet gooien: 3D8 betekent simpelweg drie achtzijdige dobbelstenen, bijvoorbeeld.

De uitspraak van deze codes is gewoon zoals je wel zult verwachten: 2D6 is dus twee dee zes.

Modifiers

Een zogenaamde modifier is een getal dat bij een dobbelsteenworp opgeteld of ervan afgetrokken wordt. Deze worden vaak gelijk bij de dobbelsteencode gezet, bijvoorbeeld 3D6+4 of 1D20−6. Wanneer een avontuur bijvoorbeeld aangeeft dat een struikrover 1D10+2 goudstukken op zak heeft, is dat dus tussen de 3 en de 12: de tienzijdige dobbelsteen gooit tussen de 1 en de 10, waarbij dan 2 opgeteld wordt.

Uitwisselbaarheid

Dobbelstenen zijn niet zomaar uitwisselbaar, in elk geval niet als je er meer dan één tegelijk gooit. Kijk maar wanneer je 1D6 (één zeszijdige dobbelsteen, weet je nog?) gooit: de kans dat je een 1 gooit, is één op zes, maar de kans dat je een 6 gooit is dat ook. Daartegenover, gooi je 2D6 dan is er maar één manier om 2 te gooien (1+1), maar zes manieren om 7 te gooien (1+6, 2+5, 3+4, 4+3, 5+2 en 6+1), en ook maar weer één manier om 12 te krijgen (6+6). Alles bij elkaar zijn er 36 verschillende worpen mogelijk met twee zeszijdige dobbelstenen.

Dit houdt dus in dat je niet zomaar 1D12 door 2D6 kunt vervangen als je geen twaalfzijdige dobbelsteen hebt: de kans om 12 te gooien met 1D12 is 1-op-12, maar de kans om 12 te gooien met 2D6 is 1-op-36. Met grotere dobbelstenen wordt dit onderscheid zelfs nog duidelijker.

Wat je wel kunt doen als je een dobbelsteentype niet hebt, is om een grotere te gooien, en gewoon opnieuw te gooien als je te hoog gooit. Zo kun je bijvoorbeeld 1D8 nadoen met een D10 door opnieuw te gooien bij een 9 of een 10. Hierdoor zijn de kansen gelijk aan die van het gooien van een echte D8, ook al heb je niet zo'n dobbelsteen.

Voorbeelden

[Foto van verschillende soorten dobbelstenen]Hiernaast staan de zeven meest gangbare soorten dobbelstenen afgebeeld. Afgezien van de vorm zullen de meeste geen echte uitleg nodig hebben: je gooit ze, en het getal dat bovenop komt te liggen is wat je gegooid hebt—in de foto liggen ze allemaal op hun maximale worp. Let op dat bij de 6 (en de 9, niet zichtbaar op de foto) een stipje of streepje staat om aan te geven wat de onderkant is, zodat je ze niet door elkaar kunt halen.

Belangrijk is de manier waarop de vierzijdige dobbelsteen, linksonder in de foto, wordt afgelezen: er ligt geen enkele kant boven, en op elke kant staan drie getallen. Bij deze dobbelstenen is het getal dat rechtop staat, wat je gegooid hebt. Dit is aan alle kanten gelijk—hoewel het op de foto niet te zien is, staat op alle kanten de 4 rechtop. Bij de meeste exemplaren staat dit getal van onderen, maar bij sommige staat het in de bovenste punt. (Dit klinkt misschien ingewikkeld, maar het is duidelijk wanneer je er zelf één in je handen hebt en hem van alle kanten kunt bekijken.)

Verder verdient de tienzijdige dobbelsteen (de D10, er staan er twee uiterst rechts op de foto) twee opmerkingen. Ten eerste, op de meeste exemplaren staat het cijfer 0 (nul) in plaats van het getal 10 (tien); in bijna elk spel wordt een 0 echter als 10 gelezen. De spelregels zullen dit ook uitleggen, dus veel kans op verwarring heb je niet.

Ten tweede, honderdzijdige dobbelstenen bestaan meestal uit twee tienzijdige stenen; één van de twee (welke beslis je natuurlijk vóór je gooit) wordt als tientallen gelezen, de andere is de eenheden. In de foto kun je zien dat de zwarte D10 als 10, 20, 30 … 90, 00 genummerd is. Deze D10 is bedoeld om tientallen mee te gooien, en zo in samenwerking met een gewone D10 getallen van 1 tot 100 te genereren. Gooi je dus 20 op deze dobbelsteen, en 7 op de andere D10, dan heb je 27. De 00 telt hier echter meestal als 0 (dus 00 + 2 = 2), behalve als je op de andere steen ook 0 gooit—in welk geval je 00 + 0 = 100 hebt gegooid.